En daar lag ik dan! In mijn badkamer. Op de grond. Een week of wat geleden draaide ik me na een toiletbezoek naar de wastafel om mijn handen te wassen en daarbij verloor ik mijn evenwicht. En toen was er geen redden meer aan en deed de zwaartekracht zijn werk. Gelukkig kon ik dankzij mijn judolessen uit een grijs verleden mijn val grotendeels breken. Helaas kon ik tijdens het neergaan de deuren van mijn douchecabine niet ontwijken, dus die “kopte” ik zonder er erg in te hebben open. Ze zijn van plexiglas, dus (fysieke) pijn deed dat niet. Mentaal was het echter wel een dreun, die valpartij. Ik leef al jaren in de veronderstelling dat het vooral hoogbejaarde, kwetsbare mensjes zijn die van tijd tot tijd onderuit gaan. Aangezien ik mezelf daartoe (nog) niet reken, was het uitermate confronterend om onverwacht gevloerd te worden.
Schone pijn, vuile pijn
De pijn die ik daardoor logischerwijs voelde is volgens mijn psycholoog “schone” pijn. Feitelijke pijn, horend bij mijn ziekte. Door haar ben ik me er tegenwoordig van bewust wanneer ik die reële pijn aan het “bevuilen” (lees: uitvergroten) ben met negatieve gedachten. Na mijn valpartij doemde in mijn hoofd namelijk voor even het spookbeeld op dat de rest van mijn leven één grote vrije val is met meer van dit soort buitelingen. En dat terwijl opstaan (als ik zit, niet om uit bed te komen, dat is een ander verhaal, alles op zijn tijd), in zekere zin de vijand van de val, mij de laatste tijd juist steeds beter af gaat. Vooral dankzij mijn fysiotherapeut die mij krachtoefeningen laat doen om weer sterker te worden én – roeiers weten het al jaren – geleerd heeft dat je meer kracht hebt als je uitademt. En dus kom ik tegenwoordig, onderwijl wat oerkreten slakend, een stuk gemakkelijker overeind van bank of stoel. Iets dat voor kort met veel moeite gepaard ging en pas na een paar mislukte pogingen lukte. Kortom, een zegening om te tellen. Het zou toch doodzonde zijn als ik de voldoening hierover teniet zou doen met de “vuile” pijn, door mijzelf met mijn destructieve gedachten gecreëerd door die ene, onfortuinlijke valpartij.
Witte wijn
Pijn hoort bij het leven. Je kan en mag er boos of verdrietig om worden, maar nog beter is om je bij pijn even te laten troosten of troost te zoeken. En dus slofte ik een paar uur na mijn val – het weer was gelukkig iets beter dan nu – met mijn hippe rollator naar een terras aan de Vlaardingse haven waar ik mezelf trakteerde op een glas witte wijn en een bittergarnituur. ‘Life is just what you make it.’