Soms neem ik een besluit waarvan ik me later afvraag of het wel zo slim is. Dat deed ik vroeger al en ook in mijn tweede leven blijf ik van tijd impulsieve beslissingen nemen zonder te weten of ik er beter van word.
‘Blind’ kaartjes kopen
Vroeger ging het soms om onbenullige zaken, soms om zaken die wat meer gewicht hadden en waarbij de impact van mijn spontaniteit groter was. Diverse keren heb ik een lp of cd gekocht van een artiest die ik niet kende, maar toevallig een nummertje op tv zag vertolken. Ook ‘blind’ kaartjes kopen voor een concert van zo’n artiest die mij met een enkel televisie-optreden ‘pakte’, ik heb het regelmatig gedaan. Daardoor ben ik fan geworden van de muziek van onder anderen – wie kent ze niet – Curtis Stigers, Michael de Jong en Linnea Olsson. Ik heb zelfs een keer kaartjes gekocht en een overnachting geboekt in Roermond voor een optreden van Dries Roelvink aldaar, gewoon om het eens mee te maken, een avond met deze toentertijd mede door zijn knalgele zwembroek tijdelijk tot cultheld verworden volkszanger. Helaas – of misschien wel goddank – ging het optreden niet door, omdat ik bij nader inzien de enige was die kaartjes had gekocht en slechts twee personen, tja, daar treedt zelfs Dries Roelvink niet voor op.
Wakker in de Bijlmer
Ook boekte ik een keer, een kwartier nadat ik een broodje haring had besteld, een stedentrip naar Reijkjavik, omdat een reclame in de viszaak me daar op attendeerde. Een ander voorbeeld van mijn (jeugdige) onbezonnenheid is die keer – het is een eeuwigheid geleden – dat ik na een middag/avond in Rotterdam Zomercarnaval te hebben gevierd met mijn helaas veel te vroeg overleden beste maatje besloot om in mijn eentje – mijn maatje en ik waren elkaar kwijtgeraakt – nog wat te gaan drinken bij enkele aardige mensen die ik tijdens het carnaval had ontmoet. Leuke, spontane ingeving, maar het was wel even schrikken toen ik later die nacht wakker werd in de Bijlmer. In alle vroegte, zodra de eerste trein reed, glipte ik de volgende dag weg uit de Bijlmerflat om voor de eerste en tevens laatste keer in mijn leven – toen kon dat nog, er waren destijds geen toegangspoortjes bij de stations – zwartrijdend terug te keren naar 010. Een paar jaar terug – ander voorbeeld – nam ik zittend tegenover een enge, onbetrouwbare leidinggevende, die me een dag voordat ik ergens vaste kracht zou worden – ik kende hem nauwelijks, hij was nieuw, had geen enkel aandeel gehad in het besluit mij een vast contract aan te bieden – liet weten dat hij het niet in me zag zitten en me daarom een ander takenpakket wilde toebedelen, op staande voet ontslag. Nog voordat ik officieel in dienst trad, zonder me verder af te vragen wat daarvan de (financiële) consequenties waren.
‘Alles sal reg kom’
Wat al die impulsieve besluiten van weleer – geloof me, ik heb er nog veel meer genomen – gemeen hebben, is dat alles erna uiteindelijk weer op zijn pootjes terecht kwam. Okay, ik heb lp’s en cd’s gekocht, die ik na 1 keer nooit meer heb afgespeeld en ik ben bij concerten geweest die niet aan te horen waren, maar hoe erg is dat? Ik ben gelukkig weer goed opgedroogd na die ‘Amsterdamse ontvoering’, ik heb uiteindelijk genoten in IJsland en ik kon na dat ontslag gewoon terugkeren bij mijn vorige werkgever. Kortom, het is helemaal niet erg om besluiten te nemen waarvan je op dat moment niet weet of het verstandig is. ‘Alles sal reg kom’, zeggen ze in Zuid-Afrika.
Mijn tweede leven
In mijn tweede leven neem ik dus van tijd tot tijd nog steeds besluiten waarvan ik niet weet of ze verstandig zijn. Alleen hebben ze nu niet tot gevolg dat ik spontaan een reis naar Reikjavik boek, in de Bijlmer wakker word of stante pede mijn baan opzeg. Nee, tegenwoordig is het vooral de vraag hoeveel energie is nog over heb als ik doe waartoe ik impulsief heb besloten. En toch wil en zal ik dit soort besluiten blijven nemen…
Beren op de weg
Mijn zoon had een tijd geleden twee kaarten gekocht voor een theatervoorstelling waarvan hij dacht deze ook mij wel zou bekoren wat hij dus goed had ingeschat. Desondanks was ik in eerste instantie niet razend enthousiast, omdat ik een leger beren op de weg zag. Een vol Carré betekent immers veel te veel prikkels voor me. Op dezelfde dag heen en weer reizen naar Amsterdam put me uit. Heb ik ‘s avonds nog wel energie voor zoiets? Na een paar dagen overpeinzing besloot ik toch mijn verstand te negeren en werd het een project zonder te weten of ik het projectdoel zou halen. Ik verkocht alvast de huid van die beren, die ik nog wel even moest neerschieten.
Een vol Carré
En dus reed ik afgelopen woensdag vroeg in de middag met mijn steun en toeverlaat naar Amsterdam naar een (veel te duur) hotel, slechts een paar honderd meter verwijderd van Carré. Koninklijk Theater Carré, waar ik ondanks dat ik bijna twee jaar lang op een steenworp afstand ervan heb gewerkt, nog nooit was geweest. ‘s Middags heb ik onze hotelkamer bijna drie uur op bed gerust voordat mijn zoon me kwam halen. In de rolstoel ben ik vervolgens door hem naar de Koninklijke gereden.
Geroezemoes
En ja, voorafgaand aan de voorstelling werd ik horendol van het geroezemoes van de honderden andere bezoekers, maar toen het doek open ging en alleen de theatermakers nog geluid mochten produceren, was het voor mij in dat volle Carré zowaar te verdragen. Geroezemoes, ik blijf het het een mooi woord vinden trouwens, net als andere woorden met een “dubbele oe” klank zoals goeroe, kroepoek, koevoet en voodoo. Mooie woorden hoorde ik vanaf het podium ook anderhalf uur lang uit de monden van mijn helden Gijs Groenteman en Marcel van Roosmalen. Tegenwoordig doen zij mij dagelijks met hun podcast met de hoopvolle naam “Weer een Dag” glimlachend ontwaken.
De Pannenkoekencaravan
In hun theatervoorstelling “De Pannenkoekencaravan” blikken ze terug op de periode, zo’n tien jaar geleden, waarin zij beiden teleurgesteld hun schrijverscarrière tijdelijk beëindigden om met een foodtruck avant la lettre het land door te trekken om pannenkoeken te gaan verkopen. Na bijna 2,5 uur bracht mijn zoon mij dik tevreden via de Magere Brug weer terug naar het hotel waar ik mijn steun en toeverlaat vluchtig vertelde over wat ik had meegemaakt om niet lang erna naast haar moe maar voldaan in slaap te vallen.
‘Worst case scenario’
De volgende dag werd ik laat en vermoeid wakker, maar ik had een wijze les geleerd. Ook met een hersentumor en alle beperkingen die dat met zich meebrengt, kan je nog dingen besluiten waarvan je je soms afvraagt of het verstandig is. Het verschil is alleen dat je dit soort ‘projecten’ altijd goed moet voorbereiden, onder andere door vooraf voldoende rust te pakken en in te calculeren dat je erna nog twee, drie dagen van de leg bent. Daarnaast moet je je van tevoren realiseren, dat ook het ‘worst case scenario’ altijd mogelijk is, namelijk dat je voortijdig de zaal moet verlaten, omdat de drukte, inspanning en het aantal prikkels bij nader inzien toch te veel voor je blijken te zijn.
Ziggo Dome
De voorpret en het ‘succes’ van mijn eerste avondje theater als kankerpatiënt hebben me ertoe bewogen om meteen nog een keer spreekwoordelijk in het diepe te springen. In juni ben ik namelijk als het goed is in het Ziggo Dome. Deze keer samen met mijn steun en toeverlaat, voor wie we helaas geen kaartje meer voor “De Pannenkoekencaravan” konden kopen. Op een (veel te dure) rolstoelplaats. Het (veel te dure) hotel, slechts 150 meter verwijderd van het Ziggo Dome, is ook reeds geboekt. Zodat ik ‘s middags weer een stevig doch noodzakelijk uiltje kan knappen.
Bestralingssessie
Om hem ‘s avonds – voor het eerst sinds tien jaar is hij weer in het land – te zien en horen. Voor mijn ziekte dacht ik er regelmatig over na om eens naar Engeland af te reizen om een optreden van hem bij te wonen. Het kwam er helaas niet van. Met zijn “Blood of Eden” sleepte hij me door een groot aantal van de 30 bestralingen die ik in maart/april kreeg. Wanneer de radiotherapeutisch laboranten de kamer verlieten en mij eenzaam achter lieten, werd dit nummer op mijn verzoek afgespeeld. In de oase van rust waarin ik me dan waande, verdween de benauwende spanning die ik ervoor voelde opkomen nadat mijn bestralingsmasker om mijn hoofd was geklemd en vastgezet. Bijkomend voordeel van dit prachtige nummer over afscheid en loslaten – afkomstig van de cd “So” om zijn scheiding te verwerken – is dat het ruim zes minuten duurt, bijna net zo lang als 1 bestralingssessie. Daardoor kon ik terwijl ik werd bestraald enigszins inschatten hoe lang de behandeling nog duurde. En geloof me, ook al duurt het maar een minuut of zes, zeven, als je er ligt, kan het niet snel genoeg voorbij zijn…
Op rolletjes
Peter Gabriel, de vroegere frontman van Genesis, die inmiddels bijna vijftig jaar geleden solo ging. Vertolker van onder meer “Solsbury Hill”, “Biko”, “Don’t give up” en “Sledgehammer” en nog veel meer ander moois. Ik kijk ernaar uit – als het lukt – om straks te genieten van zijn muziek, performance en stem. Besluiten waarvan ik me afvraag of ik er beter van word. Ik blijf ze nemen. Ik loop tegenwoordig niet meer in zeven sloten tegelijk, maar op de vijfde dag van de zesde maand volgend jaar hoop ik dat voor mij alles op rolletjes loopt. Want “the show must go on.”