Open brief aan mijn tumor (2)


Beste tumor,

Het is al weer eventjes geleden dat ik je een brief schreef, een eerste brief. Daar heb je trouwens trouwens nooit op geantwoord, maar eerlijk gezegd, had ik dat ook niet verwacht. Betrouwbaarheid, dat heb ik je ook in die eerste brief al geschreven, is nu eenmaal niet een van je sterke punten. Daar hebben de meesten van jouw soortgenoten volgens mij last van.

Desondanks ben ik weer in de pen geklommen, omdat ik wederom een paar dingen tegen je wil zeggen. Mijn eerdere brief schreef ik zo rond de jaarwisseling. Ik maakte je o.a. erin duidelijk dat jouw lot en mijn lot met elkaar verbonden zijn. Oftewel: als jij mij het leven zo zuur maakt dat ik er aan door ga, is het ook met jou gedaan. Ik wenste je vanuit dat besef, vooral uit eigenbelang, een rustig 2023.

Het lijkt erop dat die wens tot nu toe bewaarheid is geworden. Ik heb namelijk niet het gevoel dat je het eerste kwartaal van dit jaar veel amok hebt gemaakt in mijn hoofd. Ik merk wel dat ik vaker moe ben, minder goed beweeg en steeds meer moeite heb met prikkels, maar dat zou zomaar te maken kunnen hebben met wat ik allemaal doe. Mijn tijd is schaars, dus ik probeer niet alleen de dagen, maar ook de uren en minuten zoveel mogelijk te plukken. Misschien neem ik daardoor soms wel eens teveel hooi op mijn vork. En daarvoor krijg je natuurlijk, wanneer je maar een beperkte energievoorraad hebt, meteen de rekening gepresenteerd. Ach, zolang het de moeite waard is, accepteer ik het maar…

Of het echt klopt, dat je je rustig hebt gedragen, weten we echter pas volgende week. Afgelopen donderdag vond in het ziekenhuis weer een fotoshoot plaats met jou als middelpunt. Niet stralend deze keer, die tijd hebben we gehad. Vanuit alle hoeken ben je weer vastgelegd, terwijl ik ondertussen liggend met mijn ogen dicht de gelegenheid bood om jou te vereeuwigen.

Met de foto’s als bewijs vertellen knappe koppen mij over een paar dagen hoe je je werkelijk hebt gedragen sinds de laatste shoot zes maanden geleden. De weken en dagen rondom deze nieuwe momentopname zijn niet de meest rustige voor mij en mijn omgeving. Ik ben meer dan gemiddeld gespannen, van tijd tot tijd onrustig en prikkelbaar, nerveus ook, omdat onwillekeurig toch alle scenario’s – duim of doem – voorbijkomen met alle mogelijke gevolgen van dien. Dat heb jij toch maar weer allemaal mooi op je geweten, tumor. En ik heb zomaar het vermoeden dat je daar stiekem lol in hebt. Overigens moet je ook weer niet overschatten wat jouw invloed is op mijn stemming. Ja, ik ben nerveuzer dan normaal, maar absoluut geen zenuwpees die van alles uit zijn handen laat vallen. We weten allebei: jij hebt als het er echt op aan komt alle macht, maar dat wil niet zeggen dat ik nu al voor je buig.

Ik hoop oprecht dat je je verstand hebt gebruikt en goed hebt gelet op je gewicht sinds november vorig jaar. Dat betekent immers dat we in ieder geval nog even samen door het leven kunnen gaan. Minder blij ben ik wanneer uit de foto’s blijkt dat je een plus size model bent geworden. Dat zou zomaar de voorbode kunnen zijn van wederom een onzekere en zware periode voor mij waarin de artsen hun hoofd erover moeten gaan breken hoe ze een verdere toename van je gewicht kunnen verhinderen.

Het aantal opties is in dat geval helaas beperkt. Een (tweede) operatie is eerder al te risicovol gebleken en voor nog een serie bestralingen geldt in feite hetzelfde. Met het oog op de verwachte bijwerkingen – de eerste radiotherapie behandeling van ruim een jaar geleden heeft niet alleen de groei van mijn tumor gestuit, maar ook veel gezonde cellen vernietigd – zou een volgend bestralingstraject op dit moment veel te vroeg komen. Ongetwijfeld zullen de medici bij een ongunstig scenario nog een ander konijn uit de hoed toveren, maar of deze truc slaagt, zal de tijd dan moeten leren.
Beter is het dus, tumor, wanneer jij je gewoon rustig hebt gehouden en niet gegroeid bent. In mijn eerste brief gaf ik al aan dat je me nooit in de weg hebt gezeten zolang je je maar rustig hield. Ik heb je als het ware gedoogd. Jij zocht op enig moment kennelijk woonruimte in mijn hoofd, ‘kraakte’ mijn hersens en ik heb je stilzwijgend onderdak geboden onder de voorwaarde dat je niet voor overlast zorgde. Jammer dat je die min of meer ongeschreven regel dik anderhalf jaar geleden met voeten hebt getreden.
Ik schreef het in mijn eerste brief ook al, dat neem ik je meer dan kwalijk. Want daardoor is mijn leven ingrijpend veranderd en de kwaliteit ervan behoorlijk gedevalueerd. Maar ik ben vergevingsgezind, mede omdat we tot elkaar veroordeeld zijn. Als je je voorlopig rustig houdt – en ik reken erop dat de artsen dat volgende week bevestigen wat betreft het afgelopen half jaar – beloof ik je dat jij ook voorlopig geen last van mij of door mij ingeschakelde medici zult hebben. Schrijf ik je gewoon over een half jaar weer een brief…