Open brief aan mijn tumor


Beste tumor,

Hoe lang kennen wij elkaar nu inmiddels? Ik schat zo ongeveer een jaar of tien, hoewel we pas sinds 15,16 maanden echt close zijn. Van jouw kant dan. Want laat ik helder zijn. De liefde tussen ons is niet echt wederzijds. Geloof me, je zat me al die jaren, toen je in stilte met me meereisde, niet in de weg, maar je bent de laatste tijd veel te dichtbij gekomen. Grensoverschrijdend, zo durf ik het wel te bestempelen, dat gedrag van jou.

Het was in 2013 bij een Total Body Scan, die ik liet uitvoeren na het overlijden van mijn broer en moeder aan de gevolgen van kanker, dat jij voor het eerst opdook. Ik doorstond alle testen goed, er was niets aan of op te merken behalve het ruimte innemend proces (RIP) dat in mijn hoofd was ontdekt. Achteraf bleek jij dat dus te zijn. Een of andere medicus moet naderhand hebben gesproken over een cyste – dat heb ik niet zelf verzonnen – die geen kwaad kon zolang hij maar niet groeide. In augustus vorig jaar kwamen we er achter dat je dat dus wel aan het doen was. En vanaf dat moment noemden de medici jou plots een tumor.

Is het je soms daar om te doen? Is er in jullie wereld ook sprake van hiërarchie of een kastensysteem? Draait het bij jullie ook om rangen en standen? Was het te min voor jou om als cyste door het leven te gaan? In ieder geval vond je het kennelijk nodig om uit de anonimiteit te treden en je te doen gelden. Om te gaan ‘rellen’ in mijn hoofd. En daarbij richtte je je ook op mijn dierbaren zoals mijn kleine hersenen en dat, beste tumor, neem ik je ronduit kwalijk. Wat hebben die kleine hersentjes van mij jou misdaan dat het volgens jou rechtvaardigt om ze met de rug tegen de muur en het mes op de keel te zetten? Het trauma dat ze daardoor hebben opgelopen, zijn ze niet meer te boven gekomen waardoor ze nu mijn bewegingen niet meer goed kunnen coördineren en zij – en dus ook ik – moeilijk kunnen omgaan met prikkels.

Ik vind het ook ondankbaar van je dat je als een hooligan tekeer bent gegaan in mijn schedel. Nogmaals, je zat me al die jaren dat je je koest hield niet in de weg. Ik gedoogde je. Soms was ik je zelfs vergeten. Ben jij op jouw beurt vergeten dat je dankzij mij onder andere op Curaçao ben geweest en in New York? Dertien keer ging je over de finish van een marathon zonder je ook maar een seconde te hoeven inspannen. Ik heb je gratis meegenomen naar concerten, musea , stedentrips , er cetera. Je hebt zoveel meegemaakt dankzij mij.

Waarom dan plots die agressie, die intimidatie, die vernielzucht? Kijk, dat je nu boos op me bent, dat kan ik best begrijpen. Ik heb tenslotte zomaar versterking opgeroepen om jou dwars te zitten. Sorry, maar ik kon niet anders op dat moment. Eerst ben je daardoor een kopje kleiner gemaakt door die neurochirurg. In jouw geval betekende dat trouwens niet veel meer dan een speldenprik. Je bent immers een veelkoppig monster. Een soort Hydra van Lerna uit de Griekse mythologie. Bij elke afgehouwen kop van haar groeide er eentje dubbel terug. Ook jij houdt op een soortgelijke manier altijd je koppie er bij…

Daarna heb ik je – dat ben je ongetwijfeld ook niet vergeten – nog eronder proberen te krijgen met behulp van de radioloog. Met een soort radiologisch waterkanon hebben we je getracht te verdrijven. En inderdaad, die stralen hebben in eerste instantie effect gehad. Je hebt je tijdelijk teruggetrokken. De vraag is alleen voor hoelang. Volgens de deskundigen kom jij namelijk altijd weer terug. Wil je je gram halen, mij ten koste van alles uitschakelen, terwijl ik je niks heb aangedaan. 

Waarom toch, beste tumor? Waarom ga je niet net zoals de meeste levende wezens van het leven genieten met je soortgenoten? Waarom ga je niet met nog wat andere tumortjes heerlijk halfnaakt ergens op een onbewoond eiland op een strand liggen chillen? Dat het een onbewoond eiland is, lijkt me overigens wel evident. Want geloof me, jullie zijn niet echt geliefd bij de meeste mensen. Hoe zou dat toch komen? 

Ook ik kan tegenwoordig je bloed wel drinken. Ik neem aan dat je daar niet van opkijkt. Je hebt mijn leven immers grondig verpest, min of meer verwoest. En bij jou zal de liefde door het inschakelen van die medische hulptroepen ook wel bekoeld zijn. Volgens de deskundigen ga je vroeg of laat op ramkoers. En hoe klein je ook bent, ik weet het bijna zeker, je gaat het winnen van mij. Ik vraag me alleen af wat je dan wint, wat je ermee opschiet. Want als jij mij doodt, neem ik jou op zeker mee mijn graf in en is het ook gedaan met jou. Jij leeft dankzij mij, vriend, het lijkt alsof jouw kleine hersentjes zich dat nog altijd niet realiseren. Of ben je soms een zelfmoordterrorist? Maar voor welke zaak strijdt je dan? Weet je, hoe meer ik over jou nadenk, des te minder ik je begrijp. Tegelijk besef ik dat je me in een wurggreep houdt en dat ik geen andere keus heb dan met jou mijn leven te delen. Levenslang. Zolang het duurt. En hoelang dat is, bepaal jij.

Ik weet niet of ze in de tumorwereld ook aan Oud en Nieuw doen. Zo ja, dan wens ik jou – ik ben nou eenmaal de rotste niet – ondanks alles een vooral rustig 2023 toe. Maak je in het nieuwe jaar niet te druk, blijf lekker zitten waar je zit, keep calm. En voor de verdere toekomst hoop ik eigenlijk dat je nog heel lang zult leven. Want dat betekent automatisch dat ik er dan ook nog heel lang ben. Als we gaan, gaan we samen, don’t forget! En misschien neem ik je in die nabije toekomst alsnog te grazen wanneer de medici mogelijk nieuwe methoden hebben ontwikkeld om jouw soort te vernietigen. De wetenschap staat immers niet stil. Niet zo aardig van me dat ik je dit nu zeg, ik lijk nu wel heel erg onbetrouwbaar, maar als er iemand niet te vertrouwen is, ben jij het wel…