Ode aan een onbaatzuchtige


Ze is klein van stuk, maar groots in haar daden. Mijn steun en toeverlaat. We kennen elkaar op de keper beschouwd nog niet zolang, maar desondanks besloot ze vol overtuiging met me in zee te gaan, wetende dat mijn schip binnen afzienbare tijd schipbreuk zal lijden. Normaal noem ik in mijn blog geen namen van dierbaren en breng ik ze niet in beeld. Vandaag maak ik – met haar toestemming – een uitzondering, is zij het die de regel bevestigt. Vandaag breng ik een ode aan een onbaatzuchtige. Voor haar.

Afdrogen en aankleden
Wanneer ze bij me is, kookt ze, wast ze, doet ze boodschappen en zorgt ze ervoor dat ik voldoende drink en eet. Na het douchen helpt ze me met afdrogen en aankleden zodat ik mijn danig geslonken energievoorraad kan aanwenden voor nuttiger activiteiten en bezigheden die me plezier geven, en af en toe zelfs energie. En ook soms noodzakelijk zijn. Een afspraak met de audicien of mondhygiënist bijvoorbeeld. Of – dat zijn de leukere afspraken – om bezoek te ontvangen of te gaan lunchen met een bekende.

Thuiswerken
Tussen de bedrijven door belt ze namens mij met artsen, verzekeraars en andere instanties waar ik eigenlijk zelf contact mee zou moeten hebben, maar waar ik soms onvoldoende energie voor heb. Bijvoorbeeld omdat je eerst in een irritante wachtrij wordt geplaatst of een keuzemenu moet volgen voordat je eindelijk een keer een mens van vlees en bloed te spreken krijgt. Ze arriveert meestal als een soort pakezel, steevast twee, drie tassen met zich meedragend, met boodschappen voor mij en spullen voor zichzelf, want ze heeft uiteraard ook nog een eigen leven dat ze met grote regelmaat verplaatst naar Vlaardingen. Kleding, make-up, haar laptop, want naast alle zorg en aandacht voor mij werkt ze ook nog 36 uur per week. Dat kan in haar geval gelukkig grotendeels thuis en aangezien mijn huis inmiddels ook haar thuis is, begeeft ze zich met grote regelmaat naar boven. Naar de dakopbouw, kort nadat ik deze woning in betere tijden betrok al snel door mij tot mijn werkkamer gepromoveerd. Ik ben er zelf alleen inmiddels zo’n anderhalf jaar niet geweest…

Bioscoop
Als ze even niet voor mij of haar werkgever in de weer is, kijken we op de bank of in bed naar een film of serie via een of andere streamingdienst. Soms doen we dat in de bioscoop; we hebben beiden een bioscooppas aangeschaft waarmee we onbeperkt naar het filmdoek kunnen staren. Afhankelijk van mijn conditie willen we dat minimaal zo’n twee, drie keer per maand doen. Dan haal je ten slotte ook de lidmaatschapskosten eruit. Tja, tumor of niet, ik blijf een Nederlander…

Weekendjes weg
En dan zijn er ook nog onze weekendjes weg. Op onze shortlist – noodzakelijk voor mij om niet elke keer opnieuw te worden geconfronteerd met een andere gastheer/gastvrouw, omgeving, inrichting, et cetera, kortom met andere prikkels – staan momenteel drie ‘bed and breakfasts’ waar we ons van tijd tot tijd laten verwennen door de eigenaren ervan waarmee in de loop der tijd inmiddels ook een bijzondere band is ontstaan. Een vroegtijdig gepensioneerde Vlaardingse marktkoopman die goed boert in de omgeving van Brussel en waar we ons als een vis in het water voelen, een hardwerkende eco-boer en zijn vrouw in de Achterhoek die niet van omgekeerde vlaggen houden, maar des te meer gastvrij zijn en een wat ouder Belgisch stel nabij Brugge dat ons bij verblijf dagelijks trakteert op een uitgebreid biologisch ontbijt, gelardeerd met mooie, in dat prachtige Vlaams uitgesproken anekdotes.

Samen huilen
Misschien nog het belangrijkste is dat ze naast alles wat ik hiervoor omschreven heb ook regelmatig tijd vrij maakt om te praten. Over mijn situatie, haar situatie, mijn onzekere toekomst, haar onzekere toekomst, mijn angsten, haar angsten, onze angsten, de dood, maar vooral ook over het leven. En soms ook huilen we daarbij. Samen. Zo zijn we elkaar tot steun.

Mantel der liefde
En behalve mijn steun is zij ook mijn ‘toeverlaat’, wat volgens de Dikke van Dale staat voor onder andere ‘bescherming, hoop, hulp en toevluchtsoord’. Die zich niet eens ervan bewust is dat ze mantelzorg verleent. Ze doet het gewoon. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, terwijl dat natuurlijk helemaal niet zo is. Met een mantel die haar past als een tweede huid. Een mantel der liefde. En omdat het ook niet altijd “zwaar” moet zijn, lachen we samen ook heel wat af. Over van alles en nog wat. We omarmen ondanks alles zoveel mogelijk de lichtheid van het bestaan. En zo hoort het ook. En toch…


Reis naar Vietnam
Toch vraag ik me soms af waaraan ik dit allemaal verdien. Waaraan ik haar verdien. In de herfst van mijn bestaan, een herfst met ijzig winterse trekjes. Na een leven waarin ik harten heb gestolen en gebroken, vraag ik me regelmatig af – en ik weet,  dit wil ze niet horen en ook niet lezen – of ze niet beter af is met iemand die gezond is en die een grotere kans heeft om oud te worden. Waarmee ze die reis naar Vietnam die ze zo graag wil maken, wél kan maken. Die gewoon af en toe bij haar langskomt en naar haar huis rijdt; ze heeft immers ergens in een andere stad ook nog een huishouden te runnen als moeder van twee kinderen waarvan eentje nog thuiswonend. Een man waarvoor zij niet altijd op pad hoeft te gaan om bij hem te zijn. Waar ze in feite dus ook de chauffeur voor is. En daar hoort bij het elke keer inklappen, optillen en in de auto plaatsen van die vermaledijde, maar wel hip ogende groene rollator. Met de gehele procedure in omgekeerde volgorde als we onze bestemming hebben bereikt.

Ruzie
Het zijn de enige momenten tot nu toe – wanneer ik dit soort gedachten met haar deel – dat we (bijna) ruzie hebben gekregen. De keren, gelukkig op de vingers van één hand te te tellen, dat ik me uit pure onmacht op haar heb afgereageerd, weigert ze namelijk mee te tellen. “Omdat ik van je hou,” luidt dan steevast haar reactie. Hoe kan je van zo’n vrouw nou niet houden? Dat doe ik dus ook. Tot de dood, waarschijnlijk wordt het de mijne, ons scheidt….

Jarig
Shirley, mijn steun en toeverlaat. Zonder haar kan ik het wel schudden. My rock (and roll), mijn rots in de branding. Klein van stuk, maar groots in haar daden. Morgen, maandag 23 januari, is ze jarig. Ik verklap uiteraard niet hoe oud ze wordt. Dat doe je niet met dames. Ik hoop alleen vurig dat ze nog lang zal leven. En ik met haar…