Deze week komt een eind aan mijn revalidatietraject bij Rijndam Revalidatie dat midden juli van start ging. Zo’n twaalf weken lang hebben diverse specialisten zich over mij ontfermd om samen met mij te ontdekken hoe ik het beste mijn leven verder kan vormgeven met alle beperkingen die ik heb en waarschijnlijk ook de rest van mijn leven zal houden.
Warm bad
Twee, drie keer per week meldde ik me bij Rijndam Revalidatie in Capelle aan de IJssel waar ik vervolgens afwisselend “onder handen werd genomen” door de fysiotherapeut, ergotherapeut, psycholoog, maatschappelijk werker en diëtist. Hoewel vermoeiend voelden die drie maanden revalideren als een warm bad. Een warm bad vol begrip, empathie en professionaliteit waar ook de harde waarheid werd verteld, hoezeer ik die soms ook (nog) niet wilde horen.
In de kreukels
Na een week of twee werd mij bijvoorbeeld duidelijk én ook duidelijk gemaakt, dat mijn beeld over wat revalidatie inhoudt niet overeen kwam met het traject dat ik zou gaan doorlopen. Vroeger dacht ik namelijk altijd dat revalidatiecentra bedoeld waren voor mensen die na een verkeersongeval of ander onfortuin in de kreukels lagen, daardoor nauwelijks nog konden bewegen, maar die na een jaar geduldig oefenen en hard werken weer fluitend, bijna volledig hersteld, naar buiten liepen. Of voor verwende (prof)voetballers die na een zware knie-of enkelblessure in stilte maandenlang moesten werken aan hun rentree op het voetbalveld.
Navigatie
Het tegendeel geldt voor mij. Laatst vroeg iemand mij of ik inmiddels al op de weg terug was. Ik antwoordde toen dat de weg terug voor mij definitief is afgesloten en dat ik een andere weg moet zoeken om me te verplaatsen in de tijd. En zo voelt het ook. Waarheen die weg leidt en hoe lang hij is, weet ik nog niet, maar wat ik wel weet, is dat ik dankzij mijn revalidatietraject nu beschik over navigatie om met meer vertrouwen dat andere pad te verkennen…
Kroketten
De diëtist heeft me uitgelegd hoe belangrijk voeding is bij mijn verdere herstel, vooral de inname van eiwitten. Toen mijn eetlust na het stoppen van een medicijn (dat een toenemende eetlust had als bijwerking) sterk verminderde, kreeg ik het advies om vaker op een dag kleinere porties te eten. Ik was bij verrast met de mededeling dat kroketten – op een gegeven moment mijn alternatief voor de lunch – niet op de verboden lijst kwamen. “Een dieet met voeding die je niet lekker vindt, gaat niet werken. Zolang je niet overdrijft, zou ik lekker af en toe een kroket blijven eten.” Een advies dat ik graag ter harte heb genomen. Inmiddels is mijn eetlust weer op het oude niveau…
Schone pijn en vuile pijn
Met de psycholoog heb ik onder andere gesproken over hoe moeilijk het is om te (moeten) accepteren dat mijn leven compleet anders is geworden dan het was. Dat de Martin van vroeger in feite niet meer bestaat en is vervangen door een man die behoorlijk beperkt is in zijn mogelijkheden, maar dat dit niet automatisch betekent dat er geen kansen meer zijn om een betekenisvol leven te leiden. Ook heeft ze me geleerd dat ik (schone) pijn mag hebben door mijn veranderde situatie en de gevolgen in de praktijk daarvan. Dat ik daar soms boos of verdrietig om mag worden, maar dat ik mezelf tekort doe als ik die pijn “vervuil” met negatieve gedachten waarin “niets meer goed is.” Ik ben me dat steeds meer bewust en dat is pure winst voor mijn psyche.
Oog voor de omgeving
De maatschappelijk werkster had vooral oog voor mijn omgeving. Voor hoe mijn naaste omgeving en ik samen mijn ziekteproces doorlopen. Als kankerpatiënt voel je je vaak eenzaam en daarbij vergeet je soms dat je dierbaren net zo goed lijden door wat gaande is met jou. Het is belangrijk om hierover te (blijven) praten. Hoewel dat niet altijd eenvoudig is. Je wilt iemand die je lief is immers niet kwetsen en/of voortdurend “lastig vallen” met jouw verdriet, onzekerheden en angsten. En vice versa. Het was fijn om hierover een aantal keren – begeleid door de maatschappelijk werkster – in gesprek te gaan met mijn meest dierbaren.
“Sportschool light”
Met de fysiotherapeut heb ik de meeste tijd doorgebracht. Het begon met allerlei testjes om beter inzicht te krijgen in de soort therapie die ik nodig had. In mijn geval was en is het van belang om weer meer conditie te krijgen en kracht op te bouwen. Ook mijn verstoorde balans (als gevolg van de tumor en de bestralingen) is een ander (blijvend) punt van aandacht. Vervolgens zijn we aan deze onderdelen twee keer per week 1 op 1 gaan werken. Later kwam daar ook nog twee keer per week een “sportuurtje” bij. Een beetje stoeien met fitnessapparatuur, passend bij wat ik nu kan, om de spierkracht in armen en benen (vooral links) te vergroten en mijn uithoudingsvermogen te verbeteren. Een soort “sportschool light”, maar dan zonder de discodreun en het spiegelpaleis die tegenwoordig beide onmisbaar zijn in een “normale” sportschool. Met dit sportuurtje twee keer per week ga ik overigens gewoon verder na mijn revalidatie bij mijn eigen, vertrouwde fysiotherapeut in Vlaardingen. Het fysieke herstel kan zich zo verder voortzetten.
Spiegels en open deuren
“Last but zeker not least” was er dan ook nog de ergotherapeut, waarmee ik wekelijks een uur sprak over mijn situatie, mijn energieniveau en mijn dagbesteding. Zij wees me soms op open deuren die voor mij nog gesloten waren en hield me spiegels voor waarin ik niet altijd direct durfde te kijken. Zo kreeg ik elke keer weer nieuwe inzichten over hoe ik om kan gaan met mijn ziekte, nu en in de toekomst. Op z’n Rotterdams. Recht door zee, maar vol begrip, omdat ze ook donders goed snapte dat ik voor sommige veranderingen in mijn gedrag nog wat koudwatervrees heb. Een tijdje terug hadden we het over de periode na dit revalidatietraject, over hoe mijn leven er dan uit zou kunnen komen te zien. Waar ik aanvankelijk dacht aan een vervolgtraject elders, was mijn ergotherapeut duidelijk. “Revalidatie moet geen doel op zich worden. Je situatie zal helaas niet veel meer verbeteren, dat is de realiteit. Dit is waar je het mee moet doen. Straks ben je alleen maar aan het revalideren. Ga leven, man!”
Perspectief
Tja, eigenlijk kon en kan ik daar niet zo veel tegen inbrengen. Dankzij (de samenwerking tussen) deze vijf betrokken en kundige dames heb ik in twaalf weken tijd alle noodzakelijke inzichten verworven om verder te gaan met mijn nieuwe leven met alle beperkingen die er nu zijn en helaas zullen blijven. Hoe de tumor zich ontwikkelt, staat daar los van en zegt alleen iets over mijn perspectief. Verder gaan met leven, een ander leven dan voorheen, is voor mij de enige optie. Alleen het bieden van dat inzicht is al een taart waard. En die gaf ik dus vandaag aan mijn ‘heldinnen’ van Rijndam Revalidatie als dank voor hun medeleven, inzet en inspiratie de afgelopen drie maanden! Life goes on!