Rond deze tijd – zo kort voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten – hoor en zie ik ze weer met regelmaat voorbijkomen. De mensen die overal tegen zijn, anderen de schuld van alles geven, voor wie Nederland een ‘bananenrepubliek’ is. De ontevredenen die soms zelfs ‘dreigen‘ met emigreren, maar dat – daadwerkelijk vertrekken – doen ze dan weer niet, helaas.
Contrast
Ik steek in schril contrast af bij deze contra’s en ben juist ongelooflijk dankbaar voor heel veel. Dat ik bijvoorbeeld in een West-Europees land ben geboren, opgegroeid én daar ook nog steeds woon. Toevallig is dat in mijn geval Nederland, maar het was wat mij betreft ook prima geweest wanneer mijn wieg in België, Duitsland of een Scandinavisch land had gestaan. In het westen is zowel de kwaliteit van zorg als het niveau van de voorzieningen hoog en is solidariteit met zwakkeren (nog) een vanzelfsprekendheid. En daar ben ik dankbaar voor.
Betrokken en empathisch
Mijn Oegandese vriend Joseph, die ik laatst na tien jaar weer eens trof, zei het treffend: in zijn thuisland was ik met mijn aandoening misschien al lang niet meer in leven geweest. Over alle zorg die ik tot nu toe heb gehad, ben ik dan ook dik tevreden. Rondom mijn operatie en mijn bestralingen heb ik grotendeels te maken (gehad) met kundige specialisten, betrokken artsen en meelevende verpleegkundigen. Okay, de ene zorgprofessional is de andere niet, soms gedraagt iemand zich wel eens een tikkeltje anders dan je hoopt, maar over het algemeen zijn de mensen die in de zorg werken betrokken, empathisch en welwillend. Dat geldt ook voor alle medewerkers die mij hebben begeleid in het revalidatiecentrum waar ik na mijn bestralingen drie maanden kwam. De ergotherapeut, fysiotherapeut, psycholoog, maatschappelijk werker, diëtist en revalidatie-arts, stuk voor stuk waren ze intens betrokken bij mijn situatie en zetten ze zich volop in om deze voor mij, voor zover mogelijk, te verbeteren. En daar ben ik dankbaar voor.
Wmo
Naast goede medische zorg is er in ons land ook nog de Wet maatschappelijke ondersteuning, kortweg Wmo. Deze wet zorgt ervoor dat mensen met een ziekte of beperking zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en kunnen blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.
Lot uit de loterij
Dankzij deze Wmo krijg ik sinds mijn diagnose wekelijks ondersteuning van een huishoudelijke hulp die allerlei klusjes in huis doet waar ik geen energie meer voor heb of waardoor ik letterlijk uit mijn evenwicht raak. Ik heb het geluk dat mijn huishoudelijke hulp een engel is, een lot uit de loterij. Elke maandagmiddag om twee uur hoor ik de sleutel in het slot. Alle mogelijke wolkjes van neerslachtigheid die dan eventueel in huis rond zweven, verdwijnen erna als sneeuw voor de zon. Want met haar komt ook het zonnetje in huis binnen. Het eerste dat ze vraagt, is steevast: “Wil je wat drinken, wil je wat eten?” Pas wanneer ze mij daarvan heeft voorzien, gaat ze aan de slag. Gaat ze naar boven om eerst daar de boel ‘aan kant’ te maken. Tussen de bedrijven door komt ze af en toe naar beneden. Voor een babbeltje, over haar leven, over wat haar bezighoudt, over mijn leven, over wat mij bezighoudt. En altijd is er die twinkeling in haar ogen en die stralende lach. We lachen dan ook heel wat af voordat ze tegen vijven weer op haar elektrische fiets stapt. Mijn lief en diverse familieleden en vrienden hebben inmiddels met haar kennisgemaakt. En stuk voor stuk zijn ze het erover eens dat ik het niet beter had kunnen treffen. Soms betrap ik me er zelfs op dat ik stiekem uitkijk naar de maandag, als zij weer komt. En daar ben ik dankbaar voor.
Verstoorde mobiliteit
De Wmo ondersteunt me daarnaast ook op verschillende manieren om te kunnen omgaan met mijn verstoorde mobiliteit. In de woonkamer staat een robuuste, op maat ingestelde rolstoel die ik, eventueel in mijn eentje, kan gebruiken om verre stukken te overbruggen. Ik heb hem nog niet vaak nodig gehad, omdat mijn groene, hippe rollator ook in ‘no time’ is om te toveren in een rolstoel. Wat minder stevig én er is altijd iemand nodig om te duwen, maar uiterst praktisch door die dubbelfunctie.
Deken van somberheid
Zowel voor als achter is dankzij de Wmo een hellingbaan voor me aangelegd zodat ik gemakkelijker met rollator of rolstoel mijn woning en tuin kan betreden en verlaten. Voor mijn verticale verplaatsing is in mijn woning een paar maanden geleden een traplift geïnstalleerd. In het begin vond ik het confronterend, zo’n ding in mijn huis, maar inmiddels koester ik zijn aanwezigheid en ben ik dankbaar dat ik met die traplift naar boven en beneden kan. Hoewel ik er niet in zit met de stralende glimlach die die ene vrouw tevoorschijn tovert in de televisiecommercial voor trapliften die ik laatst voorbij zag komen. Integendeel, vooral ‘s avonds, vooral wanneer mijn lief niet bij me is, en ik in het donker in mijn eentje in mijn traplift naar boven beweeg om te gaan slapen, valt er nog wel eens een deken van somberheid over me heen.
Brug te ver
Dankzij de Wmo beschik ik ook nog over een pas die recht geeft om gebruik te maken van de Waterweg Regiotaxi. Daarvan heb ik nog geen gebruik gemaakt, omdat het fijner is – lees: een onafhankelijker gevoel geeft – om in en met de auto van mijn lief of iemand anders op pad te gaan. Daarnaast krijg ik ook een beetje het ‘Busje komt zo’ gevoel er van. Het is echter wel fijn dat me de mogelijkheid geboden wordt om er gebruik van te maken indien nodig. Hetzelfde geldt voor het geval ik me in de toekomst zou willen verplaatsen met een scootmobiel wat voor mij met mijn afnemende energie natuurlijk een stuk minder belastend is. Gevoelsmatig vind ik het nog een brug te ver om spreekwoordelijk over te stappen naar zo’n ding waarvan ik tot een paar jaar geleden dacht dat ik er pas eentje nodig zou hebben als tachtiger of negentiger.
Grenzen
Natuurlijk snap ik ook dat de hulp van de overheid niet onbeperkt is en dat de Wmo haar grenzen kent. Toen mijn zeer behulpzame consulent – op bezoek bij mij om in kaart te brengen welke mogelijkheden de Wmo mij in mijn specifieke situatie zou kunnen bieden – opperde dat aanpassingen in mijn badkamer mij ook kunnen helpen, gaf hij tegelijkertijd aan dat de kosten van zo’n verbouwing niet vergoed zouden worden en voor eigen rekening zouden zijn. Dit omdat de eerder genoemde voorzieningen al via de Wmo voor mij zouden worden gerealiseerd. Dat leek en lijkt me logisch.
Hotel ‘Mijn Lief’
Dus moesten we op zoek naar een geschikte aannemer die de vereiste c.q. gewenste aanpassingen – naar ontwerp van mijn zoon – kon realiseren. Die vonden we gelukkig dichtbij. In Vlaardingen, te weten het aannemersbedrijf van een vriendin en haar man. Pakweg anderhalve week geleden ben ik daarom tijdelijk naar hotel ‘Mijn Lief’ in Zoetermeer verkast om enerzijds het rumoer rondom de werkzaamheden te ontlopen en anderzijds om me te verzekeren van een dagelijkse douche. En daar ben ik dankbaar voor.
Gemengde gevoelens
Dat deed ik wel met wat gemengde gevoelens. Tja, ik weet dat mijn douchecabine te klein is om er in mijn huidige conditie comfortabel in te vertoeven en ook dat hij feitelijk te weinig ruimte biedt voor een kruk om op te zitten, wat tegenwoordig nodig is. Het toilet is eigenlijk te laag voor mij om goed te kunnen opstaan en ook de wasbakken – ik heb er twee – zijn te laag om me, ervoor zittend, te kunnen scheren. Kortom, mijn badkamer is niet meer zo geschikt voor de persoon die ik nu ben. Ik snap dus dat hij moet worden aangepast, maar tegelijkertijd was hij mijn voornaamste reden om deze woning te kopen.
Badkamer met woning
In mijn zoektocht naar een nieuwe stek, ruim twee jaar geleden, richtte mijn vizier zich namelijk primair op een woning met een ligbad. Hoewel ik weet dat je een ligbad ook altijd later kunt laten plaatsen, keek ik op Funda vrijwel uitsluitend naar woningen met een luxe badkamer. Dat wist ook mijn makelaar, die mij op enig moment ‘verzekerde’ dat hij een badkamer (met woning) had gevonden die mij op het lijf was geschreven. En hij had gelijk! Bij de bezichtiging die volgde, liep ik linea recta naar boven om de badkamer te bekijken en toen was ik meteen verkocht. Gelukkig voldeed ook de rest van de woning aan mijn wensen; de rest is geschiedenis. Inmiddels woon ik eind van deze maand twee jaar vol tevredenheid in mijn ‘nieuwe’ woning. En daar ben ik dankbaar voor.
Metamorfose
Maar goed, de badkamer van mijn dromen, mijn pronkstuk, ondergaat momenteel dus een noodzakelijke metamorfose. Ik krijg een grotere douchecabine met stoel, een verhoogd toilet en een wasbak die mij meer mogelijkheden biedt. Helaas duren de werkzaamheden ietsje langer dan aanvankelijk gepland en dus is ook mijn tijdelijke verblijf in Zoetermeer verlengd. Het voordeel daarvan is dat ik meer tijd heb om de relatie met de huisgenoot van mijn lief te intensiveren.
‘Staredown’
In den beginne moest zij niets van me hebben. Elke keer als ik toenadering zocht, keerde zij zich van me af en liep ze weg. Inmiddels kennen we elkaar iets beter. Knuffelen doen we nog steeds niet en echt ‘close’ zullen we ook niet worden, maar tegenwoordig komt ze op gezette tijden bij me op schoot zitten en ‘s nachts kruipt ze zelfs op het bed waarin mijn lief en ik liggen te slapen. Azura en ik, soms kijken we elkaar voor even recht in de ogen aan, een soort ‘staredown’. Ik vraag me dan af wat er in haar omgaat en wellicht vraagt zij zich tegelijkertijd ook af wat er in mij omgaat. Wie zal het zeggen. Zou ze niet enkele van haar negen levens aan mij willen schenken? Eigenlijk is eentje al genoeg. Hoewel dat verstoorde leventje van mij mede ook door haar en ons veranderde contact nog best mooi is. En daar ben ik dankbaar voor.
Bankzitten
Toen voor mij steeds duidelijker werd dat mijn verdere leven zich grotendeels op de bank zou gaan afspelen, ging ik nadenken over een kat in huis. Zo eentje die zich de hele dag tegen je aanvlijt en zich snorrend laat strelen. Voor mijn gevoel zou dat het ‘bankzitten’ – misschien ook een idee voor de reserves van een voetbalteam – wat veraangenamen. Ik was er zo van overtuigd dat ik een kat in huis zou nemen, dat ik vorig jaar voor mijn verjaardag o.a. een krabpaal en een boek over katten heb gevraagd. Het boek heb ik gelezen, maar aan de paal is nog niet gekrabd. Voordat ik een geschikte huisgenoot zou uitzoeken in het dierenasiel wilde ik eerst afwachten hoe ik mijn bestralingen en revalidatie zou overleven. En de scans afwachten die mijn verdere toekomst, althans de lengte ervan, bepalen. Inmiddels ben ik van gedachten veranderd, mede dankzij Azura. Ik wil alleen een kat die niets doet behalve naast me liggen. Wie zegt dat ik die vind en stel dat ik hem of haar vind, hoe lang kan ze dan nog naast me liggen, aan me wennen, zich laten aaien? En wacht over een tijdje dan weer het asiel voor het beestje?
Bonuskat
Nee, ik neem gewoon van tijd tot tijd genoegen met mijn stiefkat Azura. Of liever gezegd bonuskat. Dat klinkt een stuk vriendelijker, dus laat ik haar zo maar aanduiden. Ze biedt me ten slotte ook een bonus, iets extra’s. Hoewel ze me over het algemeen negeert. En gek genoeg is ook dat vertrouwd…
Warm bad
Azura en ik, we bevinden ons dus noodgedwongen nog wat langer in elkaars gezelschap. Iets om naar uit te kijken. Tegelijkertijd hoop ik dat ik in de loop van deze week weer terug naar huis kan en mijn badkamer 2.0 kan aanschouwen. Dat voelt voor mij dan ook weer als een ‘warm bad’. Dankbaar voor de gastvrijheid die mijn lief mij heeft geboden in mijn tweede huis en dankbaar voor de inzet van de aannemer waardoor mijn woning nog meer zal passen bij mijn huidige ik is het dan weer ‘home sweet home’.
Stemmen
Dankbaar is het sleutelwoord voor mij deze week. Omdat er zoveel is om dankbaar voor te zijn. Ook – misschien juist – in deze week waarin er weer verkiezingen zijn. Overal tegen zijn, anderen de schuld geven, Nederland een ‘bananenrepubliek’ noemen, ‘dreigen’ met emigreren, het is allemaal zo gemakkelijk. Woensdag ben ik sowieso (even) terug in Vlaardingen. Om te stemmen. Zodat ik mijn stem kan laten ‘horen’. Omdat er ook altijd een alternatief is. En ook daar ben ik dankbaar voor…